Voeding

Nieuwste trend in hondenland: Liever vers dan wat anders!


Steeds meer mensen beseffen dat hun hond niet elke dag hetzelfde hoeft te eten. Net als hun baasjes zijn ze dol op afwisseling en variatie in hun voeding. Met de juiste voedingsproducten is die afwisseling dan ook geen enkel probleem. Hierbij een kijkje in de wereld van Natuurlijke Rauwe Voeding!

Jazeker, ze bestaan écht: hondenbaasjes die elke dag “in de keuken staan” om de maaltijden van hun hond ( kat of fret) zelf te bereiden. Deze maaltijden bestaan uit rauwe vlezige botten, spier- en orgaanvlees al dan niet aangevuld met eieren, groentes, zuivel- en graanproducten. Overigens is het rauwe voedings-gebeuren in feite een herontdekking van oude waarden. Vroeger voerde iedereen naar alle tevredenheid op deze manier. Door de komst van de twee Australische dierenartsen dr. Tom Lonsdale en dr. Ian Billinghurst is het echter weer wat meer in ‘the picture’ gekomen. Langzaam aan groeit het aantal mensen in hondenland dat de voeding (gedeeltelijk) zelf samenstelt of rauwe voeding geeft explosief. Deels komt dat ook door het feit dat we zelf steeds meer na zijn gaan denken over ons eigen voedingspatroon en we nemen het dieet van de hond daarbij ook graag mee onder de loep. Verse voeding, zijn we immers allemaal van mening, is gezond!

Het zelf samenstellen kan beslist gezond zijn, maar er zijn wel een aantal zaken waar goed op gelet moet worden. Eerst en vooral: zorg ervoor dat je de voeding rauw verstrekt, botten die gekookt of anderszins verhit zijn veranderen van structuur en gaan splinteren. Wees niet bang voor het splinteren van rauwe botten, want hondachtigen in de natuur eten immers hun prooi ook rauw. Ook spiervlees en orgaanvlees dien je rauw te verstrekken, want het verhitten van dit vlees vernietigd de bacteriën en enzymen die juist zo belangrijk zijn voor een carnivoor. De meest natuurgetrouwe percentages voor een hond zijn: 60-70% spiervlees, 10-15% orgaanvlees en zo’n 15% bot. Deze percentages komen het sterkst overeen met de prooidieren die er in de natuur ook gegeten zouden worden.

Voorbeelden van geschikte beginners botten zijn: kippennekjes, kippenvleugels, lamsnekken en lamsribben. Van gevogelte, haas en konijn mag je alle botten verstrekken omdat deze botten niet hard zijn en gemakkelijk te verteren . Geef nooit kale botten: dit verteert slechter en zorgt bovendien voor een te harde ontlasting. Geef daarnaast ook nooit te kleine botten omdat deze in zijn geheel kunnen worden ingeslikt. Ook dragende botten zijn niet aan te raden daar ze te hard zijn en dus het gebit van de hond kunnen beschadigen.

Voorbeelden van organen zijn lever, hart en nieren. Longen kun je ook geven, echter bevat dit weinig voedingswaarde en weigeren veel honden dit te eten wegens de structuur. Hoewel pens in feite een orgaan is mag je dit tot een complete maaltijd rekenen wegens de vele goede eigenschappen en goede calcium en fosforverhouding. Je kunt lappen vuile pens met gerust hart drie keer per week voeren.

Onder spiervlees valt al het vlees wat geen orgaan is, hierbij kun je denken aan kopvlees en snijlingen etc. Een hond hoeft niet elke dag “compleet” te eten: als je zorgt dat jouw hond in een periode van drie weken alles binnenkrijgt zal hij geen tekorten oplopen. Er wordt wel eens gewaarschuwd voor het “all meat syndrome”, dit is echter geen wetenschappelijke term en geen één ‘Natuurlijk Rauw Voerder’ zal enkel en alleen rauw (orgaan)vlees verstrekken.

Zoals wij allemaal wel weten is vis enorm gezond voor mensen. Dit geldt echter ook voor honden. Vis is een belangrijke bron van omega vetzuren. Deze omega vetzuren dragen o.a. bij aan de conditie van de huid/vacht, de smering van de gewrichten en zijn tevens goed voor hart-en bloedvaten. Je zou daarom één keer per week je hond vis kunnen geven. Goede zogenaamde ‘vette’ vissoorten die geschikt zijn om aan je hond te voeren zijn bijvoorbeeld: sardientjes, zalm, tonijn, wijting en makreel. Geef deze vis wel rauw: het verhitten van de vis zorgt voor broze en splinterbare graatjes.

Je kunt het menu van je hond verder aantrekkelijk maken door je hond een paar keer per week een rauw eitje te geven ( geef een rauw ei wel in zijn geheel ), een scheutje yoghurt of wat kwark zonder suiker. Groenten zijn voor honden niet noodzakelijk omdat ze in tegenstelling tot de mens zelf vitamine C aan kunnen maken. Je kunt wel wat noten en pitten aan je hond geven als ruwe vezel. In de natuur zullen wolven de haren en nagels van hun prooi eten wat zorgt voor een goede darmwerking. Je kunt per maaltijd twee eetlepels toevoegen. Wil je jouw hond een smakelijk en verantwoord tussendoortje geven? Geef ze dan een stukje fruit of droog wat levertjes in de oven. Smulplezier gegarandeerd!

Misschien duizelt het je wel na deze informatie en zie je het helemaal niet zitten. Gelukkig is daar een oplossing voor: in de meeste supermarkten en in vrijwel elke dierenspeciaalzaak zijn er kant en klare, complete, rauwe vleespakketten te koop. Hoewel dit gemalen is en onderdoet aan grote stukken vlees en bot die parodontale aandoeningen doen vermijden, toch een prima tweede keus voor mensen die niet kunnen of willen samenstellen maar hun viervoeter toch wat afwisseling willen bieden.

Zelf samenstellen is niet alleen heel gezond, maar het is ook dé manier om nog meer aandacht aan je hond te besteden. Kortom: het brengt leven in de brouwerij, voor zowel hond als eigenaar!


Tekst: Ester Overman


Voor meer informatie kun je kijken op de site van ‘Voer Natuurlijk’.